Siemens Mobile was in 1997 de eerste die een mobiele telefoon met
kleurenscherm (vier kleuren) leverde. In 2000 was het een van de leidende
mobiele telefoonmerken. Maar daarna ging het snel bergafwaarts.
Het Taiwanese Benq kocht in 2005 de belangrijkste delen van Siemens’
zieltogende mobiele tak. Een jaar later ging het restant failliet.
De opkomst en ondergang van Siemens Mobile zijn exemplarisch voor de
meedogenloze mobiele markt. Een bedrijf dat even niet goed op de markt
inspeelt, wordt zonder genade uit de markt gedrukt.
Het laatste slachtoffer lijkt Sony Ericsson te worden. De joint venture
van Sony en Ericsson werd in 2001 juist gesmeed om de competitieve markt het
hoofd te bieden. Maar ook samen lijken ze het niet te redden.
Het wereldwijde marktaandeel van Sony Ericsson loopt terug. In het eerste
kwartaal van 2007 was het nog 8,4 procent. Begin 2008 is dat nog maar 7,5
procent.
Bovendien komen de marges steeds meer onder druk te staan. Het bedrijf
verwacht dat het geen winst zal maken in het tweede kwartaal.
Ook een andere grote speler, Motorola, kampt met tegenslag. Het bedrijf
zag het afgelopen jaar zijn marktaandeel bijna halveren en heeft zijn
mobiele divisie nadrukkelijk in de etalage gezet.
De Koreaanse bedrijven Samsung en LG weten zich voorlopig te handhaven.
Maar hun marktaandeel verdwijnt in het niet bij de overweldigende verkopen
van marktleider Nokia. Het Finse bedrijf verkocht het eerste kwartaal van
2008 meer telefoons dan zijn vier grootste concurrenten samen.
Sony Ericsson als Motorola opereren vooral in de verzadigde West-Europese en
Amerikaanse markt. Hier krijgen ze niet alleen concurrentie van Nokia, maar
ook in toenemende mate van de Aziaten Samsung en LG.
Sony Ericsson heeft vertraging opgelopen met het introduceren van nieuwe
modellen. Zo laat een telefoon met touchscreen, zoals de iPhone, nog op zich
wachten. Dat kost onmiddellijk marktaandeel.
Samsung en LG spelen wel snel in op dit soort trends en weten daardoor
marktaandeel te winnen. Bovendien konden de Koreaanse merken profiteren van
een flink aantrekkende thuismarkt. De verkoop van mobiele telefoons in
Zuid-Korea groeide het afgelopen kwartaal razendsnel, becijferde Gartner.
Toch hebben ook deze bedrijven nog een achilleshiel. Het portfolio is vrij
smal, met weinig toestellen voor zowel ontwikkelingslanden als voor de
zakelijke markt.
Het brede portfolio vormt de grote kracht van Nokia. De Finnen hebben
als uitgangspunt dat bij iedere situatie in elk land een andere telefoon
past. En daar wordt lokaal het product op aangepast.
In ontwikkelingslanden gaan massa's goedkope, uitgeklede telefoons over de
toonbank. Terwijl de top van het bedrijfsleven met geavanceerde
handcomputers wordt uitgerust.
Nokia was de eerste die de zakelijk markt apart ging bedienen. Inmiddels heeft
het bedrijf ongeveer 70 procent van dit segment in handen.
Ondanks hun enorme overwicht kijken de Finnen nadrukkelijk naar de
toekomst. Ze investeren zwaar in software en diensten. Het bedrijf verwacht
dat op termijn alleen met het laatste nog een goede marge te behalen valt.
Nokia wordt door de marktontwikkelingen in het gelijk gesteld. In de Europese
en Amerikaanse markten is de rek er al uit. Hier is het vooral een
vervangingsmarkt geworden.
Maar de vraag vanuit ontwikkelingsgebieden stokt eveneens, ziet
onderzoeksbureau Gartner. De groei zou ook hier wel eens tegen kunnen
vallen.
De telefoonmarkt begint meer en meer op de pc-markt te lijken. Hier
maken de merken HP, Dell, Acer en Lenovo de dienst uit. De rest wordt
opgeslokt. Schaalgrootte is de sleutel. Alleen door grote hoeveelheden te
verkopen, kunnen de flinterdunne marges worden gecompenseerd.
Zelfs Apple moest zich onlangs neerleggen bij de harde wetten van de mobiele
markt. De verkopen van de hippe iPhone stelde het eerste jaar teleur.
Recentelijk werd daarom de prijs weer flink verlaagd om maar te kunnen
concurreren met de andere mobiele merken.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl